Alexandr Poesjkin (1799 - 1837) wordt over het algemeen beschouwd als Ruslands grootste dichter. Hij schreef tijdens zijn korte leven maar liefst 700 gedichten. Zijn eerste novelle in verzen verscheen in 1920: het heette Roeslan en Ljoedmila en betekende Poesjkins internationale doorbraak. Zijn magnum opus Jevgeni Onegin, een roman in verzen, ontstond tussen 1823 en 1830. Poesjkin schreef ook sprookjes en toneelstukken.