Zoals bijna alle IJslandse schrijvers begon Steinunn Sigurdardóttir (1950) haar schrijfloopbaan in 1969 als dichter. In de loop der jaren publiceerde ze poëziebundels en romans. Waar elders in de wereld de poëten een marginaal bestaan leiden, staan ze in IJsland met een paar honderdduizend inwoners in zeer hoog aanzien. Deze poëtische inslag is – gevoed door het ruige landschap en het isolement van taal en cultuur – in meer of mindere mate wel terug te vinden in bijna elke prozawerk afkomstig van IJsland. Zo ook in de roman De goede minnaar van Sigurdardóttir. Haar werk verschilt daarnaast sterk in vorm en onderwerp maar behandelt altijd wel een van de aspecten van de liefde.