De zestienjarige Chanda Kabelo woont in een Afrikaans stadje met haar moeder, zusje en broertje. Chandas jongste zusje is pasgeleden gestorven. Niet lang daarna wordt Chandas moeder ook ziek. Chanda neemt de taken van haar moeder over en maakt zich steeds meer zorgen. De buurt roddelt en Chanda heeft vaak het idee dat ze er helemaal alleen voor staat. Ook omdat ze het gevoel heeft dat er een groot probleem bestaat, waar niemand over wil praten en waarop een groot taboe rust. Chanda begint een zware strijd. Voor zichzelf, voor haar familie en voor een betere toekomst. Wanneer aids geen ver-van-je-bedshow is, maar een sinister, onzichtbaar gif dat je familie bedreigt, je in je slaap achtervolgt, je hart breekt en je toekomst vertroebelt, hoe leer je dan op te groeien met liefde en moed? Dit boek schudt je wakker, opent je ogen en laat zien hoe leven met aids echt is. Een must-read!
