Hoe komt het dat politici zo gek praten? Weten ze eigenlijk wel wat ze willen? Waarom vinden ze het zo moeilijk om sorry te zeggen? Mogen ze trots zijn op een compromis?
Aan de hand van praktijkvoorbeelden krijgen politici en alle mensen die wel eens op ze gestemd hebben antwoord op deze en andere vragen. De lezer leert hoe politici geloofwaardig kunnen draaien, wat de gevaren zijn van late vergaderingen en waarom een echte democratie zakkenvullers nodig heeft. Van Mark Rutte tot Geert Wilders, van Diederik Samsom tot Jeanine Hennis en van Jan Peter Balkenende tot Job Cohen: hun problemen worden uitgeplozen en oplossing worden aangedragen. Daar moet je soms om lachen en dat mag maar uiteindelijk zijn de lessen die in dit hulpboek gegeven worden bloedserieus en hebben die hopelijk een helende werking op de relatie tussen kiezer en gekozene.
