Jan Blaauw is Nederlands bekendste oud-hoofdcommissaris.
In zijn veertigjarige loopbaan bij de politie doorliep hij praktisch alle diensten, van de zeden- en kinderpolitie en moordzaken tot de narcoticabrigade. In 1971 volgde hij als eerste Nederlander in Amerika een opleiding bij de FBI. In 1990 nam hij als hoofdcommissaris afscheid.
Met name in de laatste 10 jaar heeft hij zich opgeworpen als voorvechter van eerlijk politieonderzoek. Zo zorgde hij samen met Peter R. de Vries voor heropening van de Puttense moordzaak, en stelde hij in de media meerdere malen gerechtelijke dwalingen en slecht politieonderzoek aan de kaak.
In Dossier Blaauw blikt Jan Blaauw terug en haalt hij herinneringen op. Vanaf zijn jeugdervaringen als vijfde kind in een dorpsgezin van tien kinderen in Noord-Brabant; via de woelige periode van de Tweede Wereldoorlog waarin hij zijn leeftijd kunstmatig opvoerde' met twee jaar om als oorlogsvrijwilliger in militaire dienst te kunnen komen; tot zijn tijd als straatdiender en de daaropvolgende jaren bij de politie.
Na zijn pensionering heeft hij zich intensief beziggehouden met research naar en het te boek stellen van allerlei andere geruchtmakende politiezaken die zich in de loop van de jaren in binnen- en buitenland hebben voorgedaan. Ook bij dit boek heeft hij terug kunnen grijpen op zijn eigen, uitgebreide documentatie en op aanvullende gesprekken met een aantal (oud-)collega's.
Rijk geïllustreerd met foto's uit het archief van J.A. Blaauw.
Oud-hoofdcommissaris Blaauw moet een eredoctoraat krijgen wegens de vasthoudendheid en bekwaamheid waarmee hij recherchegeschiedenis heeft geschreven.' Dorien Pessers over De Puttense moordzaak in de Volkskrant