Wibren Groothorst, een muzikaal zeer begaafde
HAVO-scholier, raakt thuis in een conflictsituatie
met (vooral) zijn vader.
Door weg te lopen en in de grote stad “onder te duiken” denkt hij de problemen te kunnen ontlopen.
Een verslaafde, die hij ontmoet op z'n zwerftocht,
probeert hem van het tegendeel te overtuigen.
Ook z'n vrienden zijn hem niet vergeten, maar
bovenal mag Wibren -na veel strijd— ervaren dat de Heere nog naar hem wilde omzien.
Dat Hij de weg, naar huis terug, voor hem wilde
banen