Met haar ouders, oudere broer Lowell en zusje Fern heeft
Rosemary een in vele opzichten idyllische jeugd in een
bouwvallige boerderij. Samen met Fern speelt ze in de landerijen
en bossen rond hun huis en weet zich geliefd en gewaardeerd. Tot ze op een dag uit logeren wordt
gestuurd en bij thuiskomst ontdekt dat Fern is verdwenen.
Er wordt nooit meer over haar gepraat. Maar de verdwijning
van Fern ontwricht blijvend de levens van alle gezinsleden.
Het kost Rosemary jaren om te ontdekken wat er werkelijk is gebeurd en wat de relatie is met het werk van haar vader, een beroemde professor in de gedragspsychologie.