moet. Op haar teenen gaat mijn lieve Martine door de kamer, zij helpt mij, legt koude doeken op mijn voorhoofd, maar waar zijn de kinderen en branden de lampen wel en draait het licht? De kinderen zijn boven, ik heb het begrepen... het mechaniek is stuk, ik heb het gebroken, mijn handen beefden, de muizen knaagden