Toen in oktober 1917 in Rusland de revolutie uitbrak, kreeg de Russische gezant in Den Haag een zenuwinzinking en de eerste secretaris vertrok naar Washington om de Amerikanen tegen de bolsjewieken te mobiliseren. Tweede secretaris Paul Poustochkine moest het fort houden. Hij zette zich aan zijn memoires om greep te krijgen op wat hem was overkomen, op wat hij was verloren en wat er nog restte.
Angela Dekker ging op zoek naar nazaten van de Russische emigrégemeenschap, het `Russisch strandgoed, zoals de stateloze ballingen werden genoemd. Soldaat Dudewski trouwde een Scheveningse koffiejuffrouw, de kamerheer van de tsaar begon een Russische tearoom en de zoon van een graanhandelaar uit Krasnodar opende galerie Kunst van Onzen Tijd. Klein Rusland in Den Haag.