Democratie en educatie onderhouden een innige relatie met elkaar. Het ene begrip vooronderstelt het andere en vice versa. Het democratische paradigma impliceert een educatieve ruimte waarin burgers opgevoed worden om zelf vorm te geven aan de samenleving. Als ideaal ambieert educatie dan weer de ontwikkeling en (zelf)ontplooiing van mensen tot mondige burgers.
In dit wijsgerig-agogische werk gaat Pieter Meurs op zoek naar de normatieve implicaties van deze relatie. Tot wat soort burgers voedt de hedendaagse democratie mensen op? Wat betekent het om een 'goede' burger te zijn? Vertrekkend vanuit hedendaagse burger— en protestbewegingen analyseert hij de politieke betekenis van de huidige samenleving en gaat hij na welke gevolgen dit heeft voor begrippen als burgerschap, burgerschapseducatie en (het ideaal van) maatschappelijke verandering.