Een zomer, een liefde, een moord. Nederland is Europees kampioen voetbal. De aidsepidemie raast door de wereld. Student Erik Poelman en zijn flamboyante vriend Maurits storten zich in het Amsterdamse uitgaansleven van drank, lust en mannenzweet. De angst voor het dodelijke virus resoneert mee in de beat van synthesizerpop.
Steeds meer vervreemdt Erik van zijn jeugdvriend Johannes en van het geloof in zonde en verlossing. Een rusteloze zoektocht brengt hem in Maastricht, Den Haag en Zeeland, en bij schrijvers die net als hij buitenstaander zijn. Wanneer hij bij thuiskomst in de krant leest over een dodelijk voorval in één van de kleinste straten van Hilversum, krijgt zijn leven definitief een andere wending.
Augustus is een spannende en weemoedige roman, in het hart van een Hollandse zomer. Over de intensiteit van eerste keren: de eerste keer luisteren naar de ademhaling van een slapende geliefde, de eerste keer sterfelijkheid voelen en de eerste keer verraden — en verraden worden.