De paden van een Koerdische vluchteling en een jonge Perzische vrouw kruisen elkaar in Cambridge. Zij heeft altijd een dichtbundel in haar tas om het leven het hoofd te bieden; hij worstelt met slapeloosheid en zoekt zijn heil bij Wittgenstein.
Hij begint haar verhalen te vertellen over zijn verleden: over een rondtrekkende fotograaf die zijn schoonzus zoekt in afgelegen streken, over de jonge vrouw die wacht op haar verdwenen verloofde, over de grootmoeder in wier omgeving iedereen sterft.
Zij leest hem gedichten voor en vindt troost in de poëzie.
De onschuldigen is een warme, liefdevolle en melancholische roman over twee jonge mensen die worstelen met heimwee en de pijn van het verlangen naar het moederland, en over de verbindende kracht van verhalen.