De geboorte van zijn dochter Athena was voor Charles Fernyhough het moment waarop hij met zijn werk overnieuw kon beginnen. Hij werkte al jarenlang als ontwikkelingspsycholoog, en na al het theoretische onderzoek had hij nu de gelegenheid om van dichtbij te zien wat er in de eerste drie levensjaren met een mens gebeurt.
Nooit meer zullen we ons zo snel ontwikkelen, en nooit meer zoveel leren als Athena in dit boek doet. Wat zijn dingen, wat kan ik eten, wat kan ik vastpakken, wat verdwijnt en wie is dat wezen in de spiegel? Fernyhough is tegelijk de vertederde vader als de scherpe onderzoeker en wanneer we lezen over een baby die een peuter wordt, worden we tevens op de hoogte gebracht van het recentste onderzoek over ontwikkelingspsychologie en hersenonderzoek.
'