Het is een wonderlijk gevoel als Sigur uit mijn buik glibbert. Nog wonderlijker is de aanblik van Sigur als de gynaecoloog hem omhooghoudt. Wat is hij lang! Hoe is het mogelijk dat dat heeft gepast? Ze leggen hem op mijn buik. Dat Sigur blauw en slap is, heb ik niet in de gaten. Ik maak mij nergens zorgen over. Dat heb ik als zondagskind nooit gedaan.
Dit is het aangrijpende verhaal over een jongetje dat zestien dagen oud werd, en over de mensen die negen maanden op hem gewacht hadden. Even droevig als liefdevol, markeert Sigurs korte aanwezigheid op aarde de levens van zijn ouders en andere familieleden. Hij was er even, en toch is hij er altijd.
Rimke van der Geest (1974) werkt als ambulant verpleegkundige bij het Vroege Interventie Psychose team van Amsterdam. Daarnaast is ze voorzitter van Stichting Psychiatrie over de Grens. Van 2004 tot 2014 verbleef ze regelmatig in Nicaragua waar ze antropologisch veldwerk verrichtte en ouders met een psychotisch kind hielp. Ze schreef hier een boek over: 'Mejor dejarlo tranquilo', oftewel: 'Het beste is hem met rust te laten', naar een citaat van een vader van een van de kinderen.
In 2015 verloor Rimke haar zoon Sigur. Het zette haar opnieuw aan tot schrijven. Ditmaal ging het niet over het verdriet van ouders en hun zieke kind, maar over haar eigen verdriet.