Een bevlogen meisje uit Juda besluit om zich als vrijwillige ballinge te laten meenemen naar het hart van het vijandelijke Assyrië om daar haar weg te vinden tussen verleden en toekomst.
Wanneer Sjir'els zusje Libi door de regering van Juda wordt uitgekozen om met enkele andere dochters uit voorname families als gunstgeschenk aan het Assyrische hof te worden aangeboden, ziet Sjir'el het als haar heilige plicht hen achterna te gaan en hun wegvoering te verijdelen. Onderweg groeit in haar de sombere overtuiging dat het lot van Libi slechts een voorteken is van de ondergang van Juda. In plaats van terug te keren naar het bedreigde vaderland, besluit Sjir'el vrijwillig mee te gaan naar Assyrië. Ze hoopt daar met de hulp van haar God Jahwe iets te kunnen doen om de toekomst van Juda veilig te stellen. Maar eenmaal ondergedompeld in de Assyrische cultuur lijkt ze steeds verder af te drijven van de bestemming die ze voor ogen heeft gehad.
Dochter van Juda vormt het eerste deel van een serie over de Judese ballingschap. Dit deel speelt zich af aan het einde van de achtste eeuw voor Christus.