Het verhaal — dat grotendeels in Ameland speelt — toont hoezeer iemand zich door schuldgevoel kan afsluiten van de buitenwereld, maar ook hoe een uitgestoken hand (of open hart) een keerpunt kan zijn.
Een maand lang in haar eentje naar Ameland? Daar heeft Esmee niet veel zin in. Maar het is het laatste cadeau van haar moeder, die kortgeleden is overleden. Dus ze moet wel gaan, ook al begrijpt ze de gedachte erachter niet. Ze pakt haar laptop in zodat ze op het eiland kan werken en vertrekt. Op de boot naar het eiland ontmoet Esmee Finn. Ze hebben een klik en Esmee is blij dat ze iemand kent op Ameland, waar ze langzaam haar draai begint te vinden. Als ze dan ook nog samen een huis gaan opknappen, springen er vonkjes over. Finn doet echter niet aan verliefd worden, laat staan een relatie aangaan. Hij vertrouwt zichzelf niet meer nadat hij een onvergeeflijke fout heeft gemaakt. Ondanks zijn serieuze waarschuwingen kan Esmee haar gevoelens voor Finn niet onderdrukken. Zo erg kan wat er gebeurd is niet zijn, toch?