Ja … de deur gaat open. De verborgen man hoort stemmen. Ze komen eraan. Even nog, dan zal hij tevoorschijn komen! Ja nu!
Het ogenblik is gunstig, de prins is heel dichtbij, hij staat op de tweede
trede van de trap. Balthasar springt uit zijn schuilhoek tevoorschijn tot vlak bij de prins. Hij heft zijn zinkroer, richt even, schiet één keer, twee
keer, drie keer. De schoten weergalmen door het gewelf. Dan vlucht de moordenaar zo snel hij kan.
De nietsvermoedende prins zakt dodelijk getroffen in elkaar. Een vriend
snelt dadelijk toe en weet hem op te vangen. Voorzichtig leggen ze de
lijkbleke prins onder aan de trap neer. Zijn lippen bewegen zich. Hij wil wat zeggen. Degenen die er bij staan buigen zich voorover om de woorden te kunnen opvangen. Heel zacht komt over de lippen van de stervende: 'Mon
Dieu, ayez pitié de mon âme, mon Dieu, ayez pitié de ce pauvre peuple'
(Mijn God, heb medelijden met mijn ziel, mijn God, heb medelijden met dit
arme volk). Deze laatste woorden brengt hij er met de grootste moeite uit.
'Kunt gij uw ziel overgeven in de handen van Christus Jezus?' vraagt zijn
zuster de prins.
'Ja', prevelen de lippen van de stervende.
In de armen van zijn vrouw blaast hij even later de laatste adem uit.
Willem van Oranje is de strijd te boven.
In dit boek komt de geschiedenis van Nederland tot leven. Allerlei gebeurtenissen
uit de verschillende tijdvakken worden chronologisch beschreven.
Veel verhalen sluiten naadloos aan bij de onderwerpen uit de Canon van Nederland. Daarnaast krijgt ook de kerkgeschiedenis nadrukkelijk
aandacht. Om die reden is dit een onmisbaar naslagwerk voor iedereen
die meer wil weten van de geschiedenis van Nederland.
De prachtige illustraties van Jaap Kramer en Daan van Oostenbrugge
dragen sterk bij aan de leesbeleving. Kinderen vanaf 10 jaar zullen dan ook zelfstandig met groot genoegen dit boek lezen.
In deze herziene herdruk zijn de laatste vijf hoofdstukken herschreven en geactualiseerd tot en met het jaar 2015.