In Cosa Nostra vertelt John Dickie de geschiedenis van de Siciliaanse maffia, van zijn ontstaan tot aan de dag van vandaag, en van de citrusgaarden en zwavelmijnen op Sicilië tot de straten van Manhattan. Talloze verhalen en legenden doen de ronde over wat de maffia eigenlijk is. Sinds hij honderdvijftig jaar geleden werd opgericht, heeft de maffia vele namen gehad: de Sekte, de Broederschap, het Genootschap van Eer en ten slotte Cosa Nostra. Maar achter al deze namen en verhalen zijn de geheimzinnige en bloedige methoden steeds dezelfde gebleven.
Dickie laat zien hoe de maffia, die ontstond in de dorpen van Sicilië, gaandeweg heel Italië in zijn greep kreeg en vervolgens de oversteek naar Amerika waagde. Hij maakt bovendien duidelijk hoe vanaf het begin getracht is de maffia te controleren en te bestrijden, eerst door moedige Siciliaanse dorpsagenten en uiteindelijk door de professionele anti-maffiarechters van de jaren tachtig en negentig. Aan het einde van de twintigste eeuw werden de maffia zware slagen toegebracht, en dankzij de spijtoptanten weten we nu beter hoe de maffia werkt dan ooit tevoren.