Club-icoon Stefan Pettersson, van 1988 tot 1994 de spits van Ajax, kijkt voor het eerst terug op zijn imposante carrière, in de autobiografie ‘Pettersson’.
Stefan Pettersson was in 1988 amper een paar maanden in Amsterdam of de donkerste dagen van Ajax braken aan: een ontslagen trainer, een door bedreiging opgestapt bestuur, een belastingschandaal. Had hij hiervoor IFK Göteborg verlaten? De sympathieke Zweed bleef en groeide in zes jaar tijd uit tot een van de populairste Ajacieden ooit. Mede dankzij de spits, die in totaal honderd keer zou scoren, krabbelde de club op. Na twee landstitels, de KNVB-beker én de UEFA Cup zwaaide hij in 1994 af, aan de vooravond van Ajax’ succes in de Champions League van 1995.
In deze autobiografie kijkt Pettersson terug op zijn roerige en imposante carrière, waarin hij samenwerkte met andere Ajax-iconen als Dennis Bergkamp, Jari Litmanen en Frank Rijkaard.
Pettersson schrijft zijn boek samen met Mike van Damme, sportjournalist en eindredacteur van ‘Ajax Life’. Van Damme schreef eerder ‘1995. Het onverslaanbare Ajax van Louis van Gaal’.