In de trilogie Microlieten gaat de naam Alexander telkens van grootvader op kleinzoon over. In De Machinist schrijft Alex van Heert in 1919 verbitterd over zijn rederij. Zijn aanklacht over slecht zeemanschap van de kapitein van het stoomschip Melchior Treub wordt niet serieus genomen en hij is gedwongen op beschuldiging van muiterij zelf ontslag te nemen. In De Consul vertelt zijn kleinzoon Alex in 1976 over het leven in de diplomatieke dienst. Hij wordt in een aantal ontwikkelingslanden geconfronteerd met corruptie op grote schaal. Maar ook een misdrijf in Jakarta laat hem niet los. Een moord die pas jaren later in Afrika wordt opgehelderd. In De Middelaar tenslotte moet Alex, de achter achterkleinzoon in het jaar 2035 een onderzoek uitvoeren in de Islamitische Republiek der Nederlanden. Hij wordt opgenomen in een diep verborgen gezelschap die uit het zicht van de veiligheidsdienst plannen smeedt om Christenen en Moslims nader tot elkaar te brengen.
