Brussel, kort na de Eerste Wereldoorlog. Rodrigo de Saavedra y Vinent, Markies van Villalobar, is Spaans gezant. Hij is een mismaakt man, met stompjes in plaats van benen en slechts één hand. Zijn echtgenote is een aantrekkelijke jonge vrouw, die met de mismaakte getrouwd is om ongestraft overspel te kunnen plegen. Als de Markies vermoord wordt, neemt een andere man met zijn handicap zijn plaats in. Politieke en amoureuze verwikkelingen volgen.
De dichter Paul van Ostaijen schreef maar heel zelden proza. “De bende van de stronk” is zijn langste verhaal, of een korte roman. Het boek verscheen postuum en wordt door kenners beschouwd als de kroon op het proza-deel van Van Ostaijens werk: een gelaagde satire over machteloosheid en machtsmisbruik, psychoanalyse en liefde. De tijdsgenoten konden er niet om lachen: zij zagen “majesteitsschennis” en “pornografie”.
Paul van Ostaijen (1896–1928) is een van de bekendste Vlaamse dichters. Hij woonde in Antwerpen en Berlijn, liet zich inspireren door progressieve kunstkringen en Duitse expressionisten, alvorens jong te overlijden aan tuberculose. Gedichten als «Marc groet ’s morgens de dingen” zijn nog steeds gekend en geliefd, terwijl het handschrift van zijn meest vernieuwende bundel, “Bezette stad”, in 2021 werd aangekocht door de Vlaamse overheid.