Joodse en zwarte personages beschrijven op een manier die we nu etnisch stereotyperend of racistisch zouden noemen: broodschrijver Jan Schenkman was niet de eerste die dat deed. Wel bereikte hij er een groter publiek mee. In 1850 voorzag Schenkman Sinterklaas van een zwarte knecht. In 1854 introduceerde hij Levie Mozes Zadok, een joodse schoenpoetser die met een blackface op een kermis optreedt als 'Bosjesman'. Binnen enkele maanden vlogen er ruim 50.000 Levie Zadok-drukwerkjes over de toonbank. Hoe is dat verkoopsucces te verklaren?