De vijftienjarige Ivan en zijn klasgenoten krijgen op school de opdracht om een boek te schrijven. ADHDer Ivan ziet dat helemaal niet zitten en heeft de titel meteen klaar: Dat stomme boek. Omdat hij toch wat moet verzinnen, beschrijft hij een paar dagen uit zijn eigen leven: over hoe hij samen met zijn moeder en zusje op zoek is gegaan naar zijn plotseling verdwenen vader. De reis voert naar Berlijn en is zo bizar, spannend en grappig tegelijk, dat je het boek volgens Ivan in een ruk uit wilt lezen. Als hij tijdens de zoektocht de mysterieuze Engelse Jo en haar hond Max ontmoet, komt het verhaal tot een onverwachte climax.