In dit boek vertelt Marjan Gorissen het schokkende verhaal van de verdwijning van de driejarige Robin Bogers en de enorme gevolgen die deze gebeurtenis voor haarzelf zal hebben.
Het is 24 april 1996. De vrolijke peuter Robin gaat bij overbuurvrouw Trudy pannenkoeken eten. Als het meisje daarna niet thuiskomt, worden haar ouders ongerust en slaan alarm. Robin lijkt te zijn verdwenen!
Nog diezelfde middag komt een grootscheepse zoekactie op gang. Vrijwilligers en professionals, kinderen en volwassenen, iedereen zoekt naar Robin. Paragnosten dienen zich aan. Heel Nederland leeft mee. Uiteindelijk blijkt het meisje te zijn
vermoord. Het enige dat wordt teruggevonden is een schoen met daarin een voetje.
Tot haar verbijstering wordt Marjan Gorissen, een vriendin van overbuurvrouw Trudy, gearresteerd. Trudy blijkt belastende verklaringen tegen haar te hebben afgelegd. Als hoofdverdachte zit Marjan 103 dagen vast in de vrouwenvleugel van PI Maastricht. Ze is op dat moment hoogzwanger. In het huis van bewaring moet ze bevallen van haar baby.
Over de verdwijning van Robin en haar belevenissen — een grote traumatische nachtmerrie — schreef Marjan Gorissen een zeer indringend
