In 1932 hield de 26-jarige Dietrich Bonhoeffer een collegereeks over het wezen van de kerk. Tegelijkertijd was hij beginnend predikant in een seculariserend Berlijn. In deze collegereeks, maar ook in lezingen en preken uit deze jaren komt hij tot verrassend actuele observaties over wat er met de kerk in zo’n tijd gebeurt. En hij geeft antwoorden op de vraag wat de kerk juist nu zou moeten zijn. Deze spannende teksten worden nu opnieuw ontsloten en toegelicht door Edward van ’t Slot.