Hilarische, wonderlijke roman over een wetenschapper die de wereld wil vernietigen
Dalkey is een vredig, saai kustplaatsje op pakweg twintig kilometer ten zuiden van Dublin. Maar niets is wat het lijkt. Het is ook de plek waar Augustinus in een onderwatergrot verschijnt, brigadier Fottrell banden lek prikt om te voorkomen dat mensen in fietsen veranderen en James Joyce, die gewoon nog blijkt te leven, bij de Jezuïeten wil. En dan is er ook nog de waanzinnige geleerde De Selby die op ingenieuze wijze de wereld wil vernietigen, waar Mick en Hackett een stokje voor proberen steken. En ondertussen staat in het Colza Hotel mevrouw Laverty onverstoorbaar achter de bar.
In Het Dalkey-archief, de laatste, hilarische roman van het Ierse genie Flann O'Brien, gaan de luiken open, wordt de fantasie ruimhartig binnengelaten en worden de grenzen van de werkelijkheid maximaal opgerekt.
Flann O'Brien, alias Myles na Gopaleen, geboren als Brian O'Nolan (1911–1966), is de derde berg van het drietoppige Ierse hooggebergte Joyce-Beckett-O'Brien en zijn reputatie is alleen nog maar groeiende. Langjarig columnist voor de Irish Times, bekend als mystificator, ontregelaar, spotter, visionair, sterkeverhalenverteller. Zijn vijf romans zijn alle vijf klassiek: At Swim-Two-Birds, The Hard Life, The Third Policeman, An Béal Bocht (The Poor Mouth) en The Dalkey Archive, dat nu voor het eerst in het Nederlands is vertaald.