Wanneer scheikundig ingenieur Prokop een raadselachtige springstof uitvindt met een verwoestende kracht waar hij zelf bijna slachtoffer van wordt, valt hem meteen de juiste naam ervoor in: krakatiet, naar de vulkaan op het eiland Krakatau die in 1883 tot uitbarsting kwam. Dat leidde tot indertijd tot ruim 36 000 doden in de directe omgeving en een as-uitstoot die jarenlang en wereldwijd de luchten rood kleurde en het klimaat ontregelde. Het was de luidste knal ooit door mensen gehoord.
Prokops uitvinding blijft niet lang onopgemerkt. Verschillende landen laten hun belangstelling uitdrukkelijk blijken. Voor Prokop is dat het begin van een niet-aflatende strijd om de formule uit handen te houden van machtsbeluste lieden die hem op de hielen zitten. Want hij beseft maar al te goed hoe gevaarlijk dat krakatiet voor de mensheid kan zijn…
Net als in Oorlog met de Salamanders laat Capek in deze roman met een blijmoedig verteld verhaal zien hoe absurd een wereld van ongebreideld geloof in de vooruitgang is – en waarom dat vooruitgangsgeloof uiteindelijk de wereld kan vernietigen.
Karel Capek (1890–1938) is een van de belangrijkste schrijvers van de twintigste eeuw. Zijn werk wordt wel vergeleken met dat van auteurs als Aldous Huxley en George Orwell. Eerder verschenen van hem bij Uitgeverij Wereldbibliotheek Een doodgewoon leven (2008) en Oorlog met de Salamanders (2011).