Met een voorwoord van Mathijs Deen:
‘Stephen Graham geeft gedetailleerde instructies aan eenieder die, gedreven door een onstilbaar verlangen aan de sleur van alledag te ontkomen, de voordeur achter zich dicht trekt en met ongewisse bestemming begint te lopen. De wereld waarin hij ronddwaalde bestaat niet meer, maar het geluk dat hij beschrijft is van alle tijden.’
Het geluk van de wandelaar, voor het eerst gepubliceerd in 1926, is een boek voor iedereen die er weleens van gedroomd heeft op pad te gaan met niets dan grote ideeën en een plunjezak vol eerste levensbehoeften.
Wandelen is een manier om in aanraking te komen met de vrije natuur, je eigen land, het buitenland, de schoonheid van het leven zelf. Het avontuur lonkt, niet aan de horizon, maar op het pad ernaartoe.
Stephen Graham, die een groot deel van zijn leven de wereld bereisde, geeft op een aanstekelijke manier informatie voor wandelaars die zich openstellen voor het onvoorspelbare en welwillend door het leven gaan — een levenshouding die tegenwoordig nog net zo lonend is als toen. Want weet hoe je moet wandelen, en je weet hoe je moet leven.