Het leven van de twintiger Thomas zit op slot. Hij heeft het gevoel een toevallige bijkomstigheid te zijn van andere levens. Zijn dagen zijn een aaneenschakeling van herhalingen. Thomas probeert zichzelf wanhopig in beweging te zetten, maar er verandert niets.
Dan krijgt hij een brief van een meisje dat hij niet kent: Anna. Ze woont in Schotland en stuurt hem zeer persoonlijke ontboezemingen. Thomas kan het tegen wil en dank niet laten om terug te schrijven, en er ontstaat een briefwisseling. De brieven worden steeds somberder, alles in Anna’s leven lijkt zwart te zijn. Het doet Thomas denken aan zijn beste vriend Frank, die een aantal jaren geleden uit het leven stapte. Op een dag vraagt Anna Thomas om haar op te zoeken. Dat is de vonk die hem eindelijk tot leven wekt: gedreven door schuldgevoel over de geschiedenis van Frank, besluit hij te gaan. Hij moet Anna redden. Maar zo eenvoudig blijken de zaken niet te liggen.