Ver van de bewoonde wereld slaat het noodlot toe Als haar man Rob een nieuwe baan aangeboden krijgt in het zuiden van het land, verhuist Karine samen met hem en hun dochtertje Sofie naar een opgeknapte boerderij vlak bij Venlo. Karine vindt al snel werk als docente Engels, en omdat kinderopvang moeilijk te regelen is, neemt het stel een nanny in huis. Aanvankelijk zijn ze heel gelukkig met Heleen, een verpleegkundige die het goed kan vinden met Sofie. Maar het werken in de voor haar vreemde omgeving valt Karine zwaar, ze spreekt het plaatselijk dialect niet en het botert niet tussen haar en haar collega's. Dan wordt Sofie ziek, en langzamerhand krijgt Karine het vermoeden dat er iets ernstig mis is. Waarom krijgt Sofie het ene na het andere ongeluk, terwijl er voorheen niets aan de hand was? En wie is dat jongetje dat ze telkens in de spiegel ziet?