Aan het einde van de middelbare school had ik mijn diploma op zak, maar er was geen sprake van dat ik zou gaan studeren. De financiën van mijn moeder stonden dat niet toe. En dus zette ik zoals zoveel meisjes van mijn leeftijd mijn eerste schreden op het pad van het werkzame leven. Ik baande me een weg met stages en slechtbetaalde baantjes totdat ik werk vond waarmee ik niet meer dan het minimumloon verdiende, maar dat wel vast was. Aangezien de sfeer binnen het gezin ondertussen zo slecht was geworden dat die het kritieke punt had bereikt en niet meer te verdragen was, besloot ik op een dag de deur definitief en met een harde klap achter me dicht te trekken. Mijn knuffels en illusies liet ik achter, maar mijn ‘grote mond’ nam ik mee om elders een bestaan op te bouwen. Als ik die ‘grote mond’ niet had gehad, weet ik niet hoe ik het zou hebben overleefd. Waarschijnlijk nauwelijks.