God is liefde. Daarom is de vrucht van het
geloof ook liefde, zegt Luther in navolging van de apostel Johannes. In deze overdenkingen
over 1 Johannes 4:16–18 gaat Luther daar
dieper op in.
‘Een christen laat de liefde schijnen en lichten als een schittering van het geloof
dat in het hart is. Hij bestraft zijn naaste
wanneer deze zondigt, onderwijst hem als
hij dwaalt. Hij draagt hem als hij zwak is,
troost hem als hij bedroefd is. En als hij gebrek lijdt, dient en helpt hij hem.’