In “Een Wereld in Beroering”, het tweede deel van zijn memoires, heeft Fabricius verteld hoe hij op Kerstdag 1940 met zijn gezin op de vlucht voor de Nazi's (bij wie hij het verkorven had) in een klein plaatsje in de Midlands aankomt, waar hij verwelkomd wordt door een sneeuwstorm en door zijn Engelse gastvrouw, die, alvorens zij hem met de zijnen in huis neemt, graag wil weten welk geloof hij aanhangt.
De wintermaanden 1940-'41 bracht hij door in de Engelse 'countryside', overdag hout sprokkelend voor de open vuren in het oude 'Ford House', waarvan het gerucht wilde dat het Charlotte Brontë voor ogen zou hebben gestaan toen zij haar beroemde 'Jane Eyre' schreef. De herinnering aan die oorlogswinter in Midden-Engeland heeft Fabricius geïnspireerd tot dit verhaal “Het Zilveren Theeservies”.