Een meeslepende geschiedenis van de Hoogovens en het latere Tata Steel.
Een eeuw geleden ontbrandde aan de Noordzee het vuur van de Koninklijke Hoogovens. De komst van de fabriek betekende een mijlpaal in de Nederlandse industriegeschiedenis. Staal, het materiaal der vooruitgang, hoefde niet langer geïmporteerd te worden, maar kwam uit eigen boezem. En dat dankzij de inspanning van ruim twintig industriëlen, onder wie Anton Philips en de gebroeders Stork. In ‘Het eeuwige vuur’ vertelt Daan Dekker het verhaal van de roemruchte Hoogovens-fabriek door de ogen van direct betrokkenen. Aan de hand van directeuren, smelters, stakingsleiders, omwonenden en activisten wordt de lezer meegenomen door de geschiedenis van een fabriek die Nederland honderd jaar geleden steviger op eigen benen liet staan. Een fabriek die na de Tweede Wereldoorlog een belangrijke motor achter de wederopbouw vormde en waar op het hoogtepunt ruim twintigduizend mensen werkten. Maar ook een fabriek die de Breesaap, een weelderige duinvallei, definitief verslond en die vanwege haar uitstoot met steeds meer scepsis wordt bekeken.